Charlie’s Angels

Alles speelt zich af in een hotel in Amsterdam. Hotel de Heregracht.

Na de dood van hun ouders zetten broer en zus Sjoerd en Karin dit familiebedrijf voort. In het hotel komen wel zeer uiteenlopende gasten.

Zo verblijven de drie zussen Anna, Bertha en Coba, drie pittige tantes, afkomstig van het platte land, een weekendje in het hotel. En dan Adele van de Lisdonk, een dame die het wel heel hoog in haar bol heeft, samen met haar man Albert. Het hotel zit helemaal vol. Als dan uitgerekend dit drukke weekend de piccolo zich ook nog ziek meldt, zitten Sjoerd en Karin met een groot probleem. Gelukkig komt Sjoerd met de oplossing. Zijn vriend Erik kan wel even voor piccolo spelen. Alles lijkt goed te gaan, totdat de politie in het hotel verschijnt en vertelt dat er een gewapende overval is gepleegd bij de Jumbo. Even later neemt een vreemd stel intrek in het hotel. De heer en mevrouw Van Buren. Hebben zij wat met de overval te maken? Kortom; genoeg stof om er een dol dwaze komedie van te maken. En hoe de schrijfster bij de titel Charlie’s Angels komt ……Wie dat nu zijn…..en of dat nu echt wel zulke engeltjes zijn? Dat zal voor de toeschouwer lang de vraag blijven. (De rollen van Anna, Bertha, Coba, Bas en Kees kunnen worden omgezet in eigen streektaal of dialect)