De schipper van de Maartje Jacoba

Op de dag, dat de coaster “Maartje Jacoba” de reis naar Riga zal aanvaarden, monstert Wolthuis, de schippereigenaar, op het laatste ogenblik de jonge stuurman Geert Jan. Dit stuit op verzet bij moeder Wolthuis, die met haar dochter Maartje regelmatig de reizen meemaakt. Zij ziet in Geert Jan een bedreiging voor haar zoon Jan, die na op de HBS te zijn mislukt bij zijn vader als matroos vaart; hij is verloofd met Reintje, die vroeger Geert Jan’s meisje is geweest, maar door deze verwaarloosd werd, omdat hij alle tijd nodig had voor zijn studie. Schipper Wolthuis negeert het verzet van zijn vrouw, maar Jan is niet bereid om onder Geert Jan te varen en komt in opstand tegen zijn vader. Jan brengt Reintje, die afscheid is wezen nemen en nerveus is door het onverwachte weerzien van Geert Jan, van boord en men wacht in spanning of hij zal drossen of terugkeren. Met wrok in het hart buigt hij ten slotte voor zijn vader, tevens de kapitein. Het schip vriest in Riga in en als Jan naar zijn mening door de stuurman onrechtvaardig wordt behandeld rebelleert hij opnieuw en stelt als eis: hij van het schip af of ik. Moeder Wolthuis, die Jan altijd in de watten heeft gelegd, staat aan zijn kant en weet haar man van harde maatregelen te weerhouden door de belofte, dat zij hem wel weer aan het werk zal krijgen. Maar als Wolthuis even weg is zoekt Jan ruzie met Geert Jan. Bij de door hem uitgelokte vechtpartij valt Jan zo ongelukkig, dat hij sterft.
Geert Jan wordt aan de dood van Jan onschuldig bevonden en Wolthuis monstert hem opnieuw. Het is zijn bedoeling, dat Geert Jan de volgende reis op de “Maartje Jacoba Kapitein zal zijn, wanneer Wolthuis zelf op zijn nieuwe schip gaat varen. Moeder Wolkthuis weigert de reis mee te maken en ook Maartje, die van Geert Jan is gaan houden, gaat van boord, als zij ontdekt heeft, dat hij nog steeds Reintje lief heeft, die hij het afscheid nemen haar oude liefde voelt herleven en hem het verleden vergeeft.