Denk aan de buren

dames en 2 heren3
meisjes en 3 jongens (5 bedrijven)

“Een goede buur is iemand die je over het tuinhek toelacht, maar er niet overheen klimt”
“ONE WORD LED TO ANOTHER” (Arthur Baer)

Hein Robben leidde tot voor kort met zijn vrouw Fien en zijn kinderen een rustig leventje, in goede harmonie met zijn vroegere buren en met zijn dorpsgenoten. Maar nu zijn er nieuwe buren naast hen komen wonen, die geregeld voor proble­men zorgen. Om te beginnen wijzen die iedere poging tot gemoe­delijk contact stuurs af. Maar nog erger: ze hebben regelmatig klachten over de kinderen van Hein en Fien, omdat die soms over de schutting tussen de twee tuinen gluren of omdat er bij het spelen wel eens een bal in de tuin van de nieuwe buren belandt. Of alleen al, omdat die kinderen gewoon soms teveel lawaai maken. De waarschuwing “Denk aan de buren!” begint onder­hand in huize Robben een vaste uitdrukking te worden.

Maar afgezien van deze irritaties is er met de nieuwe buren echt nog wel wat méér aan de hand. Waarom worden er bijvoor­beeld midden in de nacht heimelijk allerlei spullen vanuit een bestelbusje het huis van de nieuwe buren binnengedragen? Zouden die misschien iets te maken kunnen hebben met de golf van antiekdiefstallen, waar dagelijks in de kranten over geschre­ven wordt en waar de politie de handen aan vol blijkt te hebben?

Echt zorgelijk wordt de toestand, als de kinderen van het echtpaar Robben in de tuin van de nieuwe buren betrapt wor­den, omdat ze daar een over de schutting verdwenen bal komen zoe­ken. Ruud, het 12-jarig zoontje, brengt spannende momenten door in de tuin van de buren terwijl hij zich daar verstopt heeft onder de tuintafel. En hij ontdekt vreemde dingen als hij bij de buren door de ramen naar binnen gluurt.

Ruud, die misschien iets te veel avonturenboeken heeft gelezen waarin kordate kinderen geheime complotten ontrafelen en lang gezochte misdadigersbenden aan de politie overleveren, besluit de nodige bewijzen in het huis van de nieuwe buren te gaan verzamelen…