Mannenhouderij

Schrijver en componist Ruud van Ling entte zijn blijspel ‘Mannenhouderij’ op het boek van Myrthe van der Meer: Het houden van mannen, veldgids voor de praktijk. De auteur vervlocht er een verhaal in. Isabella Kranendonck exploiteert een mannenhouderij en geeft cursussen omtrent het houden van mannen. Daar willen Thea de Bruin en haar dochter Mariska graag gebruik van maken, want beider huwelijk lijkt uitgebloeid. Dus geven zij zich op voor de lessen. Annemie Opdenbak en Pieternel Trommelaar zijn oude vertrouwde klanten van de mannenhouderij, maar hebben hun wensen en bedenkingen. Vooral als Belle Volkoren wordt ingezet als lokvrouw om mannen te bewegen zich in te zetten als demonstratie- en proefmodel. Ondertussen sneuvelt de badkamer van Lena de Ruiter, omdat acht personen in een bubbelbad toch iets te veel van het goede is. Als tenslotte Vincent de Bruin, de man van Thea en vader van Mariska, de enige man blijkt die inzetbaar is, zijn de rapen gaar. Een vlot en actueel stuk met toch nog, ondanks alle komische en/of dreigende verwikkelingen, een happy end. De auteur verwerkte een viertal liedjes in ‘Mannenhouderij’, echter het stuk kan ook zonder deze opgevoerd worden, dat is aan de spelers en de regie.