Onze bank

Dit gelegenheidsstuk, een sociaal realistische komedie, is speciaal geschreven om veel spelers uit een vereniging tegelijk de kans te geven in een spel te schitteren. De rode draad is herkenbaar en van alle tijden: standsverschil en een veranderende maatschappij. Het verhaal speelt zich af rond de wederwaardigheden bij een bank.

Het eerste bedrijf brengt de toeschouwer naar 1947: de oorlog is voorbij, het land wordt opgebouwd en velen geloven nog dat het leven verder zal gaan zoals het voor de oorlog was. De Boerenleenbank wordt bestierd vanuit de woonkamer van een boerenfamilie. De heer des huizes, die boer en kassier is, is een pantoffelheld en zijn vrouw heeft in de bankzaken die haar niks aangaan heel wat in de melk te brokken. Ze meent ook dat ze de toekomst van haar zoon en dochter kan bepalen. Dat leidt tot conflicten, zeker met haar dochter die verkering heeft met een ‘Duitser’.

Het tweede bedrijf speelt in 1972, het jaar dat Raifeisenbank en Boerenleenbank fuseerden tot de Rabobank. De tijd is veranderd en het leven van mensen ook. De bank is professioneler en is niet meer in de woonkamer gevestigd, klanten zijn mondiger en jonge mensen laten zich niet meer zo gemakkelijk de wet voorschrijven. De ouderen kunnen maar moeizaam met de nieuwe tijd mee en langzaam maar zeker zien de kassier en zijn vrouw in dat ze in conflicten uit het verleden niet altijd even rechtvaardig gehandeld hebben tegenover hun kinderen. Zo krijgt alles toch nog een happy end.