Rumoer rond de Roosdonckse hoeve

(6 dames, 4 heren (avondvullend)

 (Algemene en Brabantse versie)

” ’n Boer blie ’n boer, ok as-ie nie meer boert!” (Brabantse wijsheid)

 Op de “Roosdonckse Hoeve” wonen drie generaties Bolder. Opa, een boer in hart en nieren, is trots op de hoeve, die al  ruim 200 jaar in het bezit van de familie is. De gedachte, dat de boerderij en de grond verkocht zouden worden is hem een gru­wel.

 Voor zoon Berend, sinds enkele jaren weduwnaar, hoeft het allemaal niet meer zo nodig. Hij heeft de varkenspest en de MKZ-crisis meegemaakt en hij zou het liefst de hele zaak verkopen en rustig gaan rentenieren. Regelmatig leest hij in de krant de rubriek “Kennismaking gezocht”.

 Kleinzoon Noud lijkt meer op grootvader: hij zoekt de geschie­denis van de oude hoeve nauwgezet uit, in samenwerking met de Heemkundekring waar hij lid van is. Het liefst zou hij de oude hoeve willen behouden, maar dan wél exploiteren in een meer moderne vorm, als boerderij-camping bijvoorbeeld.

 De toekomst van de boerderij biedt voldoende stof voor con­flicten; en dat wordt er zéker niet minder op, als Noud ken­nismaakt met een leuke jonge vrouw, terwijl tegelijkertijd ene Dora Dijstelbloem heeft gereageerd op een brief  van vader Berend.