Suikergoed

Annabel Gispen is een belangrijke vrouw in een internationaal bedrijf dat suiker produceert, ze is getrouwd met Eelco. Eelco is een verveelde huisman geworden. Hun zoon heet Jan en hun dochter Mel. Op het moment dat we deze familie leren kennen is Eelco op het hoogtepunt van zijn verveling, heeft dochter Mel een ‘identiteitscrisis’ en Jan een heftige financiële crisis. En dan wordt er aangebeld. Mevrouw Sis(sink), de onvermijdelijke huishoudster, doet de deur open en Winnifred den Oudsten stormt naar binnen. Ze is op zoek naar een lijsttrekker voor ‘haar’ politieke partij “Hollands Heil” die zich in ‘Jip en Janneke-taal’ richt op de veiligheid van de medeburger en de problemen rond de integratie. Uiteindelijk neemt Eelco dit lijsttrekkerschap op zich en verbaast zich over de bizarre hobby van zijn ‘nummer twee’. Inmiddels heeft zich ook nog een familielid van mevrouw Sis bij huize Gispen gemeld; dochter Raphaëlla. Raphaëlla is, om begrijpelijke redenen, 2 jaar ‘uit de roulatie’ geweest en waarschijnlijk is dat de reden dat Mevrouw Sis haar naam niet wil uitspreken.

Raphaëlla wurmt zich binnen het gezin van de nieuwe lijsttrekker van Hollands Heil en ontwikkelt een bijzondere band met zijn beide dochters.

Dan gaan de dingen snel. Annabel neemt een ‘focking sabbatical’ bij de suikerfabriek omdat  de politieke ambities van haar man haar het werken onmogelijk maken. Opeens zijn de beide kinderen onder verdachte omstandigheden verdwenen. Winnifred wordt betrapt op het herentoilet (RTL-boulevard heeft daar beelden van), Eelco merkt dat ‘Jip en Janneke-taal’ niet altijd even duidelijk is, Mel’s identiteitscrisis vindt zijn einde in de armen van Donald Duck, Jan wisselt van verslaving, Hollands Heil gaat roemloos ten onder en Winnifred dreigt de hand aan zichzelf te slaan. Maar als uiteindelijk de rook optrekt lijkt er weinig veranderd … of toch?