Van Sinkel

Ooit was Van Sinkel een bloeiend kleinwinkelbedrijf, waar van alles te koop was en waar veel klanten over de vloer kwamen. Tegenwoordig bevindt de winkel zich op de rand van de afgrond. Vader Wiel is een dominante, theatrale persoonlijkheid die door zijn manier van doen het leven van zijn gezinsleden vrijwel onmogelijk maakt. Al werkt hij officieel niet meer in de winkel, hij bemoeit zich dagelijks met het reilen en zeilen ervan, en neemt daarbij zoveel ruimte in beslag dat anderen dreigen te stikken. Noodgedwongen heeft iedereen een eigen overlevingtactiek ontwikkeld. Moeder – Zus van Sinkel – is ervan overtuigd dat ze elk moment kan overlijden aan welke ziekte dan ook. Dochter Liesbeth vlucht weg in liefdesromans en dagdromerij. Zoon Antoon probeert zich zoveel mogelijk af te sluiten van zijn familie en staat (in het geheim) op het punt van vertrekken. Dochter Cornelia stort zich met de moed der wanhoop op het beheer van de winkel – wat zonder klanten, zonder omzet en dus zonder winst, erg lastig is. Buurvrouw Ans lijkt de meest gezonde van het hele stel. Zij heeft de zorg over de jongste dochter Maria, een volwassen vrouw met het verstand van een kleuter, op zich genomen. Als blijkt dat Vader Wiel een ongezonde relatie met zijn dochter Maria onderhoudt, barst de bom. Iedereen moet een keuze maken, de verhoudingen moeten opnieuw worden bepaald, de kaarten worden opnieuw geschud…